Er staan Commiezen RWB aug. 1938 Het rijwielplaatje noemde we thuis " ’t belastingplaatje". Ja, daar heb ik veel herinneringen aan. In ons gezin hadden wij maar één plaatje voor vier fietsen. Mijn vader had het op een hangslot gesoldeerd, zodat het plaatje niet van de fiets kon worden meegenomen; beter gezegd "gestolen". Zo’n plaatje kostte Hfl. 2.50 ( € 1.13). Als kind fietsten we altijd zonder plaatje naar school. Maar als we veel verder moesten zijn, dan kwam dat hangslot er aan te pas, of je leende een plaatje bij de buren. Altijd maakte je je ongerust dat er controle zou zijn. We woonden dus vrij ver van school; meerdere malen heb ik controle meegemaakt. Om drie uur ging de school uit en we fietsten naar huis, maar ….. dan kwamen er kinderen terug gefietst. Ze hadden ontdekt dat er controle was op het belastingplaatje. Er staan "commiezen" werd er dan geroepen. Om dat het plaatje alles met de belasting te maken had, werd de controle dikwijls uitgeoefend door de commies der belasting. Ik zie nog twee mannen verdekt staan bij bomen langs de weg. Bij de kreet "er staan commiezen" gingen we rechtsomkeer en zetten we de fietsen weer terug in de stalling bij de school, om de tocht naar huis (5 km.) te voet af te leggen. Bijna alle kinderen deden dit, want niemand was zo rijk om een belastingplaatje te hebben. Het woord "commies" had bij mij altijd een nare klank. Ieder jaar moest je een nieuw belastingplaatje aanschaffen. Ik denk dat dit in het midden van het jaar was, want in de schoolvakantie trok ik langs de huizen om het oude plaatje te vragen. De oude plaatjes, die van koper waren, werden ingezameld t.b.v. de T.B.C. bestrijding. Door mijn vader werden ze dan naar een centraal punt gebracht. Mijn vader heeft nog een plankje waar hij van ieder jaar een plaatje heeft opgesprijkerd. Bij veel plaatjes werd de naam van de eigenaar ingeponst. Ook waren er plaatjes met een gat erin. Dit waren plaatjes die men kosteloos had gekregen omdat men te arm was om te betalen en men het plaatje beslist nodig had om van en naar zijn/haar werk te gaan. Zondags mocht men dit plaatje niet gebruiken. Maar dat gaatje kon men camoufleren door er een punaisekop in te doen en als men dan een hoesje om het plaatje had , bleef dat wel zitten en was het op afstand niet te zien. Men vond het niet altijd even prettig om te laten zien dat men een plaatje met een gat had. " een bewijs dat men er financieel niet goed zo best voor stond."