VERLOREN OF GESTOLEN 1939
Ik zal zo ongeveer eenentwintig jaar (1939) zijn geweest. Ik werkte toen als naaister in het centrum van Amsterdam. Voor mijn vervoer was ik aangewezen op de fiets, zoals zo vele met mij. Op een zekere dag fietste ik weer naar mijn werk. Op de Rozengracht moest ik uitwijken voor een paard en wagen met een nogal schrikkerig paard voor de wagen. Door mijn uitwijk manoeuvre kwam ik met mijn voorwiel in de tramrails terecht en kwam lelijk op mijn knie en elleboog terecht. Geholpen door omstanders kon ik weer opkrabbelen, mijn kleding afkloppen en bijkomen van de eerste schrik. Door de val was wel mijn voorwiel verbogen en klemde tussen de voorvork, dus fietsen was er niet meer bij. In een oogwenk zag ik dat mijn fietsplaatje weg was. Aan omstanders, welke nog meehielpen met zoeken, gevraagd maar niemand had iets gezien. Dubbel pech; fiets kapot en plaatje weg.
Mw. E. van Wijngaarden, Amsterdam
Leeftijd 88, 2006